Foto door Salih Kilic

Deze recensie verscheen in een aangepaste versie in rekto:verso

Recensie van het publiek bij Seven Years door Teddy shouldn’t smoke – gezien op 13 april 2017 bij WORM/UBIK te Rotterdam

Hoewel de keuze voor aparte publieksopstellingen langzaamaan mainstream wordt, lijken sommige mensen er maar niet aan te kunnen wennen – zelfs niet in de underground. Het publiek van Seven Years onderzoekt deze conservatieve houding met een bewegingsvoorstelling waarin bepaalde archetypes worden belicht.

Bij het binnentreden in de zwarte doos van avant-gardistisch centrum WORM in Rotterdam zijn meteen verschrikte gezichten te zien: het publiek mag niet op de tribune. Op het podium zijn de stoelen in een vierkant opgesteld rond een danseres. Wie plaatsneemt, wordt fel belicht door een voetlicht. Anonimiteit is niet mogelijk: ieder lid van het publiek wordt medespeler of onderdeel van het decor. Bijna iedereen reageert op de situatie door vanaf het begin in elkaar gedoken te zitten, met de armen over elkaar, soms extra aangezet door middel van een jas of tas op schoot.

Individuele ervaring

De één schikt zich in zijn rol als decorstuk en blijft drie kwartier in dezelfde houding zitten, de ander draagt het dramatische verloop door verschillende houdingen aan te nemen. Het is duidelijk dat het bekijken van de danseres geen collectieve aangelegenheid is, maar een individuele ervaring. Die interpretatie wordt vooral belichaamd door een vrouw in een hoekje, die vanaf het begin meebeweegt met de muziek, haar eigen feestje lijkt te bouwen. De ingetogen houding van de toeschouwers om haar heen versterkt haar aanwezigheid.

Het Kijken

Naarmate het stuk vordert, wordt Het Kijken steeds meer het hoofdonderwerp. Het onderscheid tussen male en female gaze vervalt: iedereen, man én vrouw, maakt de danseres tot een object door te kijken – tot ze terug kijkt.

Op dat moment wenden de decorstukken van schrik hun blik af, of zoeken een andere manier om niet te hoeven reageren. Alleen de vrouw in het hoekje lacht de danseres breed toe, lijkt zelfs eventjes haar duim op te willen steken.

Bezwijken

Wanneer men eenmaal gewend lijkt aan het risico van oogcontact met de danseres, gaat er opeens een fel licht aan. Eén meisje laat een zenuwachtige giechel los, en duikt na een blik van een ander verder in elkaar.

De vrouw in het hoekje begint iets kleinere bewegingen te maken. Even vindt ze de blik van iemand aan de overkant die dezelfde bewegingen maakt, tracht een glimlach van verstandhouding uit te wisselen. Samen houden ze hun breekbare pas de deux van kijken en wegkijken nog even vol, maar uiteindelijk worden ze door de blikken van andere publieksleden opnieuw tot de orde geroepen. Beiden schakelen net als de rest over op decormodus, tot het moment komt dat ze mogen opspringen voor het applaus.

Eindoordeel

Het is fascinerend om te zien hoe het verzetten van een paar stoelen zoveel persoonlijke dilemma’s kan veroorzaken. Wat betekent het om te kijken, en om bekeken te worden? Is het een machtsspel, dat het publiek langzaam aan het verliezen is?

Wellicht is een tribune de laatst overgebleven ruimte in deze tijd waar we gewoon kunnen toekijken, zonder bezig hoeven te zijn met hoe de ander ons ziet. Is het daarom zo moeilijk om de oude vormen los te laten?