Foto door Important People Fotografie/Salih Kilic

Recensie van het publiek bij WORMenVOER door Worm&Voer, gezien op 16 december 2016 bij UBIK te Rotterdam

Het publiek dat ik in 2016 het meest bezocht heb, is dat van WORM/UBIK in Rotterdam. Hoewel ik op de hoogte ben van de mogelijkheden van de ‘black box’, verbaas ik me er iedere keer weer over hoe men in één en dezelfde ruimte een totaal andere sfeer neer kan zetten. Ik heb dit publiek gezien bij festivals, lezingen, een museum, en bijna alle theatergenres. Afgelopen vrijdag organiseerde dit publiek iets wat deed denken aan een huisfeestje rond de kerst.

Kamerplant

De huisfeestjes-sfeer wordt zorgvuldig gecreëerd, met veel oog voor detail. Het licht is gedimd, op de lange eettafels ligt thematisch tafelzeil, er is nepsneeuw gestrooid (‘En wie gaat dat allemaal opruimen?’), de klapstoelen zijn van zolder gehaald en in een kamerplant hangen kerstballen. Sommige gasten hebben voor de gelegenheid een ‘foute’ trui aangetrokken.

Bij binnenkomst in de ruimte beginnen de gasten meteen de sociale aspecten van zo’n feestje uit te spelen. Men begroet elkaar uitbundig, er wordt veel drie-keer-gezoend, een enkeling die de rest nog niet kent wordt voorgesteld, en blijkt de ander via via toch wel al te kennen.

Om het gezellig te houden

Zodra er aan een buffet eten gehaald kan worden, komt de minder leuke kant van kerst naar voren. Wie gaat waar zitten? Hoe zorg je ervoor dat je strategisch gekozen stoel ook van jou blijft? Wie met zijn jas en/of tas niet zijn eigen zitplek heeft afgebakend, ziet al snel iemand anders daar zijn dienblad plaatsen. Om het gezellig gehouden zeggen we er niets van.

Dan is er het volgende probleem met huisfeestjes: wat doe je als je even alleen zit? Op een plek waar iedereen elkaar kent, val je extra op als je even niemand hebt om mee te praten. Men bedenkt strategieën, pakt een telefoon, luistert mee met een gesprek drie stoelen verderop, of doet aan stoelhoppen.

Na het diner pakt iedereen zijn klapstoel op en neemt die mee naar de theaterzaal. Tijdens de voorstelling wordt hard gewerkt om de gemoedelijke sfeer te behouden. Er worden anekdotes verteld over uit de hand gelopen kerstfeestjes, maar alleen als de artiesten erom vragen. Men is beleefd en luistert aandachtig. Gasten proberen zo onopvallend mogelijk, met langgerekte bewegingen, te gaan verzitten of de telefoon uit de broekzak te pakken.

Des te opvallender is een duo dat te laat binnen komt, en even de collectieve concentratie verbreekt door dat met veel bravoure te doen en een sterke parfumlucht in de zaal te verspreiden. Even later komt er nog een duo te laat binnen, dat een act maakt van het zoeken van een klapstoel. Het geeft niet. We kennen ze.

Doorgeven

Men mag door een euro naar voren door te geven een blikje Schultenbräu van de artiesten kopen. Een gast die met zijn dienblad op de rand van de tweede rij is gezet, zodat hij daar rustig kan eten, dient steeds als doorgeefluik van de euro’s en biertjes. Gelukkig kan hij erom lachen. Degenen die blikje bemachtigd hebben, durven het niet te openen tijdens een rustig moment.

Juist omdat we elkaar (bijna) allemaal kennen, zouden we een elleboog in de zij of een oplichtend schermpje eerder accepteren. Toch zorgt de ‘onder ons’-sfeer ervoor dat men meer rekening met elkaar en de artiesten houdt. Misschien is zo’n diner voor de voorstelling wel de oplossing. Ik stel voor dat we meer gezamenlijk dineren in het nieuwe jaar.