Maar dan gebeurt het: voordat ik het weet ben ik zelf het publiek waarover ik schrijf geworden. Door de combinatie van groepsdruk, bier en lichte verontwaardiging over de uitloop van het programma, laat ik me meeslepen en doe iets waarvan ik dacht dat ik het nooit zou doen: ik loop weg bij de voorstelling.
Met de ogen dicht
De oudere vrouw naast mij zit tegen haar buurman aangeleund en doet een dutje. Af en toe schrikt ze op van een zanger of instrument achter zich, en zakt dan weer weg. Ik zie minstens vijf andere publieksleden hetzelfde doen.
Leuk meedoen
Ik speel het spel samen met een jongen van een jaar of veertien en zijn vader. Later voegt een vrouw die eerst niet meedeed zich erbij en eist dat alles opnieuw aan haar uitgelegd wordt, waardoor we onderhandelingstijd verliezen. De rest van het team staat met de armen over elkaar naar ons te kijken.
Het waren genodigden
‘Picture! Picture!’
De vrouw naast me stoot haar partner aan en doet niet haar best om te fluisteren. Als de man stil blijft zitten, pakt ze zelf haar telefoon uit haar tas en houdt deze omhoog. Daarbij stoot ze met haar elleboog bijna tegen mijn hoofd, maar trekt daarbij een duidelijke vierde wand op: ze is geen onderdeel van dit publiek. De rest van de voorstelling blijft ze met grote gebaren en diepe zuchten steeds verzitten in haar stoel.