De deugd van tegenwoordig: geloof, hoop & liefde door Vloeken in de Kerk – gezien op 29 juni 2017 bij De Parade Rotterdam
De Parade Rotterdam ziet eruit zoals gebruikelijk: de lucht is grijs, er liggen op het asfalt wat regenplasjes op te drogen, artiesten proberen om mensen hun tenten in te lokken, maar rond etenstijd is dat onmogelijk. Sommige publieksleden reageren buitenproportioneel verontwaardigd op een lokpoging, en maken daarmee duidelijk dat het hun eerste keer op dit festival is.
Een deel van het aanwezige publiek wil iets ánders, en besluit om een paar in kleurige regenponcho’s gehulde artiesten te volgen, van het terrein af. Opvallend genoeg is het clubje een representatieve steekproef van het Paradepubliek: wit, overwegend ouder dan vijftig, een paar (jonge) medewerkers met keycords en wat recensenten met opschrijfboekjes. Hun gedeelde verlangen naar iets anders, blijkt een verlangen naar vroegere tijden: eenmaal van het terrein af hijst men zich in een ouderwetse dubbeldekkerbus, en er wordt medegedeeld dat we op weg zijn naar een kerk.
In de bus pakt men er bellenblaas bij en er wordt muziek van rond de jaren ’10 gedraaid – voor elke leeftijdsgroep wat nostalgie naar keuze. De artiesten proberen het publiek aan te sporen om mee te zingen en dansen. Er worden wat veelbetekenende blikken uitgewisseld, om daarna voorzichtig met de schouders te bewegen terwijl er uitdrukkelijk is gevraagd om schuddende billen.
Na een busrit vol steeds herhalende schouderdansjes van een paar tellen, komen we aan bij de kerk. Bij het binnentreden wordt het publiek gemaand stil te zijn. Zoals te verwachten lukt het niet iedereen om zich hieraan te houden.
Inmiddels ben ik na 32 recensies in de overtuiging dat ik een stuk zou kunnen schrijven zonder naar de voorstelling te gaan (indien dit uw eerste publieksrecensie is: genoeg leesvoer voor de zomer). Na vijf minuten in de kerkbank trek ik nogmaals deze conclusie. De artiesten beginnen met het aanspreken van het publiek op hun gedrag, waarop het publiek reageert met de gebruikelijke afweermechanismen en/of apathie. Ieder maakt zijn eigen waarheid, en alle individuele waarheden hebben één ding gemeen: al het gezegde is niet van toepassing op zichzelf.
Mijn werk is om hier commentaar op te leveren en sterren uit te delen. Constructief is dat misschien niet, omdat ik geen suggesties lever voor hoe ik het anders zou willen zien. Dat ik precies weet wat er gaat gebeuren, zegt misschien ook iets over mijn neiging om steeds hetzelfde soort publiek op te zoeken. Maar hoe het anders moet, zou ik eerlijk gezegd ook niet weten. Dus: laten we maar doorgaan met het eruit pikken van een aantal publieksleden en hun afweermechanismen uitvoerig beschrijven, gevolgd door een grap over sangria.
Een vrouw ergens halverwege de zaal kauwt routineus op haar kauwgom en staart dertig minuten lang naar de rug van de man voor zich. Die man begint na een kwartier uitvoerig het interieur van de kerk te inspecteren. Aan de andere kant van de zaal heeft een man zich fysiek van de groep afgescheiden, en drukt zijn lijf tegen een pilaar. De vrouw voor me zit met een constante lach op haar gezicht, stoot haar onverstoorbare buurvrouw steeds aan om een grapje van de acteurs te herhalen. Zelfspot is nog altijd de beste verdediging.
Op de terugweg gaan de gesprekken in de bus over het weer, het verkeer, het diner en het programma van de rest van de avond. Eenmaal terug op festivalterrein lopen de meesten direct door naar de sangriabar.
Dit publiek krijgt drie van vijf sterren.