Recensie van het publiek bij A Different Night at the Opera – gezien op 27 mei 2016 – Rotterdamse Schouwburg
Tijdens A Different Night at the Opera in de Rotterdamse Schouwburg laat het publiek op één avond verschillende voorstellingen zien door het hele gebouw. Meer dan de helft van het publiek bestaat uit studenten van verschillende kunstopleidingen. Om zich te onderscheiden van de rest van het publiek, zijn zij versierd met ouderwetse brillen, creatieve knotjes en knalroze polsbandjes. De rest van het publiek draagt een blauw polsbandje of keycord. Het thema van de avond is de onderlinge strijd tussen deze groepen. Er is bij elke voorstelling op het programma beperkt plek in de zaal, en mensen met polsbandjes krijgen voorrang.
Bij de eerste voorstelling wordt de verantwoordelijkheid aan het publiek gegeven om de volgorde van scènes te bepalen. Er staat een blok op het podium met daarop een computermuis, waarmee op een geprojecteerd scherm een thema aangeklikt kan worden. In het begin staat niemand op, later wordt er al opgesprongen voordat de vorige scène voorbij is. Na een gezamenlijk lied als afsluiter van de eerste voorstelling, zit de sfeer er goed in. Het publiek versnelt bij het verlaten van de zaal de pas om vooraan te kunnen staan bij een andere zaal. Ik begeef me naar de kleine zaal, waar vooral door de studenten wordt voorgedrongen. Hier en daar worden wat ellebogen en rugzakken gebruikt.
Na een korte pauze waarbij een installatie bezocht kan worden, is het tijd voor de derde voorstelling. Het publiek krijgt een synopsis in ofwel Engels of Nederlands, en zoekt een plaatsje op de tribune. Het publiek is bij deze voorstelling onrustiger dan bij de vorige twee. Men wriemelt en schuift, fluistert in de oren van andere publieksleden. Na drie kwartier bereikt de onrust een hoogtepunt. De voorstelling had volgens het programma al afgelopen moeten zijn, maar in de synopsis valt te lezen dat we nog maar net over de helft zijn. Uiteindelijk staan een paar mensen op en verlaten de zaal. Ik doe wat ik altijd doe: ik schud mijn hoofd en maak een mentale notitie voor mijn publieksrecensie.
Maar dan gebeurt het. Voordat ik het weet ben ik zelf het publiek waarover ik schrijf geworden. Door de combinatie van groepsdruk, bier en lichte verontwaardiging over de uitloop van het programma, laat ik me meeslepen en doe iets waarvan ik dacht dat ik het nooit zou doen: ik loop weg bij de voorstelling. Ik probeer me voorbij mijn buren te wurmen, verlies daarbij mijn evenwicht en beland half op de schoot van iemand met meer geduld. Eenmaal aangekomen bij de trap blijkt het onmogelijk om zonder luid gekraak de treden af te lopen. Nu kan ik niet meer terug, dus ik dender naar beneden en snel me naar de uitgang. In de foyer ben ik nog een beetje ondersteboven van mijn eigen gedrag, maar stel me gerust met de gedachte dat ik niet de enige was die wegliep. Doe mij nog maar een biertje.
Ondanks het voorval bij de laatste voorstelling, is de avond een succes. Er is me verteld dat het overgebleven publiek zelfs een staande ovatie gaf op het einde. Het publiek komt weer samen in de foyer en danst niet op de Classical Music Rave. We hebben een paar originele, prikkelende voorstellingen gezien van opkomende artiesten; later kunnen we zeggen dat wij erbij waren. Voordat we de zaal uit liepen.
Ik geef dit publiek drie van vijf sterren