Foto door Rick Arnold Photography

Recensie van het publiek bij Museum of Analogue Reality door Theatercollectief Macabre – gezien op 22 april 2016 – UBIK

Een opmerking vooraf: ik heb dit publiek alleen het laatste uur van de vier uur durende installatie meegemaakt. Ik baseer mijn analyse dus op een momentopname. Daarbij wil ik opmerken dat dit de eerste avond was dat deze voorstelling speelde, een try-out zogezegd. Gelukkig hoef ik mij als recensent daar niet door te laten tegenhouden.

Ten eerste valt op dat dit publiek niet gekozen heeft voor de standaard tribuneopstelling. Men heeft besloten dat de vorm van een museum beter past bij het thema: het verkennen van een toekomst waarin de mens volledig digitaal leeft.

Dit museum zou opgericht zijn als monument voor onze analoge geschiedenis. Het publiek moet naar ik begrijp een groep avatars van museumbezoekers voorstellen. Waarschijnlijk is deze virtual reality-techniek in de verre toekomst voor de meeste bezoekers ook nieuw, want de avatars bewegen zich nogal onwennig door de ruimte.

In de eerste twee expositieruimtes lijkt er een improvisatie plaats te vinden, waarin ieder voor zich probeert aan te voelen hoe die zich dient te gedragen ten opzichte van de anderen en de objecten in de ruimte. Moet een tekst op de muur uitgebreid gelezen worden, of kun je er gewoon langslopen? Als je voor dit laatste kiest, mag je dan het zicht blokkeren van degenen die wél lezen?

Iedereen lijkt het erover eens dat er niet gepraat mag worden, de museumvorm vraagt daar immers om, maar wat als je een bekende tegenkomt? Is het echt nodig om goed te luisteren naar de instructies van de koptelefoon? Het zijn wat interessante voorbeelden van menselijk gedrag in de analoge wereld.

Tribunegedrag

Eenmaal in de laatste ruimte aangekomen, lijkt het publiek zich toch vast te moeten klampen aan bekendere vormen. Dat is jammer. Doordat men zich in een donkere ruimte bevindt met een podium waarop iets gebeurt, gaat het publiek toch weer snel over op de tribuneopstelling.

De groep verzamelt zich rond drie witte bankjes, waaromheen een choreografie wordt uitgevoerd. Enkele publieksleden zitten op de bankjes, de rest staat er ongeveer twee meter achter in een halve cirkel.

Er wordt een groot uitgespeelde versie van klassiek tribunegedrag neergezet, waarbij elk publiekslid zich enorm bewust toont van alle bewegingen en geluiden die de anderen maken. Vooral de techniekmannen die zich achter het publiek heen en weer bewegen, trekken veel blikken over de schouders.

Diegenen met een zitplek laten hun bewustzijn van hun positie blijken door soms half achterom te kijken, of door hun jas uit te trekken en zo een plek of twee te claimen. Zodra er iemand van de bankjes opstaat, duurt het even voordat een ander uit de halve cirkel stapt en met een uitvergrote sluipbeweging de plek inneemt. Dit herhaalt zich een paar keer.

Omhulsels

Hoewel het einde jammerlijk voorspelbaar is (nadat het licht uit en weer aan gaat beginnen er mensen te applaudisseren, wellicht ingegeven door de tribuneopstelling), vind ik dat deze museumvorm redelijk heeft uitgepakt. Vooral de stilte bevalt me erg goed. Dat smaakt naar meer.

De verwarring over de onderlinge verhoudingen werkt aanstekelijk en roept veel vragen op. Terwijl de installatie een toekomst schetst waarin de digitale mens terug lijkt te verlangen naar zijn analoge vorm, geeft het publiek een interessante demonstratie van de problemen die onze fysieke omhulsels vandaag de dag nog opleveren.

Waar kan ik me uploaden?

 

Ik geef dit publiek drie van vijf sterren

Lees hier meer over onze beoordelingscriteria