Kunstenaar wordt geïnterviewd terwijl hij aan het werk is in een kunstgalerie. We zien hem een grote tekening in delen aan een muur plakken.
borus.fuckyea wordt geïnterviewd over zijn publiek terwijl hij zijn expositie opbouwt.

READ THE ENGLISH TRANSLATION HERE

Tijdens het CAMPSITE Festival in TENT resideren kunstenaars van TimeWindow op locatie. Ze nemen een bestaand werk mee, met de bedoeling om iets nieuws te creëren door middel van co-existentie met andere makers. Natuurlijk komt daar ook publiek op af, dus wij zijn van de partij om te bekijken hoe dat gaat. Ontstaat er ook iets nieuws door te co-existeren met het publiek? Wat voegt het publiek toe als laatste onderdeel van een kunstwerk?

Dit is een voorbespreking met Rosa Vrij en borus.fuckyea over hun publiek, voordat onze recensent het gaat beoordelen. Nadat de recensie geschreven is, volgt er ook nog een nabespreking met de makers.

De expositie is tijdens de openingsuren van TENT te zien tot en met 10 april. De performance speelt nog op 8, 9 en 10 april om 13:30. Reserveren kan door je naam en voorkeursdatum te sturen naar rosavrij@gmail.com

Wat laten jullie zien in TENT?

Borus: “Ik presenteer Death Drive, een illustratie van mij die extreem uitvergroot is geprint en op de muur, vloer en plafond geplakt. Ik wil onderzoeken of de grootheid van dit werk mensen uitlokt om mijn werk op een andere manier te ervaren. Het is de bedoeling dat je in het werk kunt staan, er helemaal in kunt duiken. Als ik bezig ben met tekenen, zie ik het zo groot voor me. Anderen zien een kleine tekening op een A4’tje. Dit is voor mij dus ook nieuw, om het zo groot voor me te zien in de ruimte, in plaats van alleen in mijn hoofd.”

Rosa: “Mijn werk house is een performatieve boekpresentatie. Misschien is boekpresentatie niet het juiste woord, want dat is een passieve bezigheid. Het boek komt voort uit een artistiek én persoonlijk onderzoek dat ik al sinds 2018 doe, samen met mijn partner Ben. We zijn een uitwisseling aangegaan met elkaar over hoe we ons verhouden tot ons huis, op zoek naar een tussenvorm voor onze disciplines: performance en architectuur. Het gaat over ruimte innemen en geven, en de relatie tussen jezelf en de ruimte, en de anderen in de ruimte.

Ik wil met deze manier van presenteren het boek, dat in sommige aspecten misschien erg conceptueel is, voelbaar maken. Mensen doen in kleine groepjes opdrachten en gaan het gesprek aan. Ik doe een meditatieve begeleiding om iedereen met concentratie in het hier en nu te krijgen.”

Borus: “Wat de twee werken samenbrengt, is dat we allebei een intieme relatie tot papier hebben. We proberen ook door middel van dat papier iets over te brengen naar het publiek, om iets dat voor ons persoonlijk is tastbaar te maken.”

Heb je tijdens het maakproces rekening gehouden met de mogelijke reactie van het publiek?

Borus: “Jazeker! Ik wil een ervaring zoals bij Rothko: zijn schilderijen zijn groot en overweldigend en het is de bedoeling dat je langer de tijd neemt om het echt op je in te laten werken. Je mag dichterbij mijn werk komen, alle lijnen en imperfecties van dichtbij bekijken. In mijn geval mag je ook in en op het papier gaan staan. Ik heb mijn best gedaan om mensen uit te nodigen om dat te doen.”

Rosa: “Niet tijdens het onderzoek de afgelopen jaren, dat was heel intern. Voor deze versie van de performatieve boekpresentatie draait alles wel om de dramaturgie, omdat het heel interactief is. Je weet natuurlijk nooit hoe mensen reageren, maar ik heb wel erg nagedacht over wat ik wil dat ze ervaren, en wat ik denk dat ze daarvoor nodig hebben. Ik moet nadenken over hoe ik alles introduceer. Je moet vooral een balans zoeken tussen regels en vrijheid. Zo werk ik met tijdscodes, omdat ik gemerkt heb dat die rust creëren. Mensen worden onrustig als ze niet weten hoe lang ze iets moeten doen. Ik probeer alle ruis en afleiding weg te nemen, zodat je vol overgave mee kunt doen.”

Wat hoop je te bereiken bij het publiek?

Borus: “Death Drive is een memento mori. Dat klinkt heftig, en de illustratie ziet er misschien heftig uit, maar de boodschap is positief: leef je leven voordat het te laat is. Dat is volgens mij die Drive, dat je voelt dat je nú moet doen wat je wil, want als je dood bent, kan het niet meer. Ik hoop dat mensen iets herkennen in het beeld. Tijdens het resideren hier kwam er ook al iemand die zei ‘Hey, this is the inside of my head when I wake up in the morning!’ Ideaal gezien loop je na dat moment van herkenning weg met motivatie om iets te gaan doen dat je altijd hebt willen doen.”

Rosa: “Ik wil dat mensen zichzelf tot het onderwerp gaan verhouden. Dat er bij iedere opdracht een nieuwe laag bij komt, net zo gelaagd als het boek. Volle overgave kan trouwens ook iets subtiels zijn, gewoon een concentratie. Het liefste wil ik natuurlijk dat mensen weggaan en anders naar de ruimte kijken en naar zichzelf.”

Welke reactie van het publiek zou je jammer vinden?

Borus: “Het kan nog steeds dat mensen het zien, denken ‘Zo, dat is heftig’, en snel weer doorlopen. Ik hoop niet dat ze alleen maar het duistere zien en niet het mooie. Het is de bedoeling dat je, door het besef van de dood, de rest van het leven meer kan waarderen.”

Rosa: “Het spannende zit voor mij in de samenwerking die wij aangaan. Tijdens sommige performances doet Borus ook mee. Het idee is dat wij tekeningen gaan maken terwijl de mensen bezig zijn, dat we op elkaar gaan reageren zoals Ben en ik dat deden. Ik ben wel een beetje bang dat het teveel af gaat leiden. Ik wil liever dat mensen in een bubbel komen met hun groepje.”

Wat denk je dat het publiek toevoegt aan jullie werk en aan de samenwerking?

Borus: “Ik hoop dat mensen na de performance in die meditatieve staat blijven, en op die manier naar mijn werk kunnen kijken. Dat je met dezelfde onderzoekende mindset mijn werk gaat ervaren. Ik ben benieuwd wat daar voor reacties op komen.”

Rosa: “Mijn werk is al af, behalve dan dat het boek technisch nog niet helemaal af is. Dan is het wel spannend om er nu iets nieuws mee te doen. Ik zal zeker wel iets meenemen van deze samenwerking en wat er gebeurt dit weekend. Het wordt iedere keer anders, het ligt er maar net aan hoe het publiek reageert.”